CSN 6 | Oh when the Saints

Canis – Ave Sanctissima Maria, De Monte – Hodie Dilectissimi, Omnium Sanctorum, Philips – Cantabant Sancti, Pearsall – Tu Es Petrus, Stanford – Ye Holy Angels Bright, Poulenc – Quatre Petites Prières De Saint François, Harris – Faire Is The Heav’n & Bring Us, O Lord.  Bij dit project zongen we een programma dat z’n oorsprong vindt in het feest van Allerheiligen. Op ’t programma stonden composities die direct voor deze gelegenheid zijn gecomponeerd én werken met teksten van en over heiligen. De concerten werden gegeven in de Onze Lieve Vrouw Hemelvaartkerk in Den Haag, de Wilibrorduskerk in Utrecht en de Onze Lieve Vrouwekerk in Geervliet.

Bij het komende project zingen we een programma dat z’n oorsprong vindt in het feest van Allerheiligen. We zingen composities die direct voor deze gelegenheid zijn gecomponeerd én werken met teksten van en over heiligen. De concerten worden gegeven in de Onze Lieve Vrouw Hemelvaartkerk in Den Haag, de Wilibrorduskerk in Utrecht en de Onze Lieve Vrouwekerk in Geervliet. Hieronder vind je een beschrijving van de te zingen werken.

Canis – Ave Sanctissima Maria | De in Gent geboren Cornelius Canis (ook wel De Hondt of D’Hondt) (1510-1561), was voor een groot deel van z’n leven werkzaam bij de Capella Flamenca, de hofkapel van keizer Karel V. Het was dan ook in die periode dat het grootste deel van zijn oeuvre het licht zag, waaronder ook zijn motet Ave sanctissima Maria. Dat het motet en de compositorische gaven van Canis alom werden gewaardeerd blijkt wel uit het feit dat het al een jaar later in Venetië werd gepubliceerd in een van de motettenboeken van Cipriano de Rore. (Cipriani musici eccelentissimi cum quibusdam aliis doctis authoribus motectorum…liber primus quinque vocum). De tekst is een gebed, geschreven door Paus Pius IV en herinnert aan het Ave Maria en Regina Caeli. Een duidelijke melodische verwijzing naar de laatste tekst vinden we in het motet bij de tekst “regina caeli laetare”. Canis gebruikt hier de kop van de gregoriaanse melodie als melodisch motief, dat we vier keer kort na elkaar kunnen horen.

De Monte – Hodie Dilectissimi, Omnium Sanctorum | Gedurende de regeerperiode van Rooms Keizer Rudolf II verschenen er met name in Praag stapels motetten ter ere van bekende en minder bekende heiligen. Ook zagen in die periode diverse triomfantelijke motetten voor het feest van Allerheiligen het licht. Vaak waren dit gelegenheidsmotetten zonder een duidelijke liturgische plaats. Tot deze laatste categorie kan De Montes motet Hodie dilectissimi, omnium sanctorum gerekend worden. Het motet, dat tot zijn ambitieuzere werken behoort, is zevenstemmig en valt in twee delen uiteen. In het prima pars verdeelt De Monte de stemmen over twee koren, een laag en een hoog koor. In het secunda pars maakt hij ook gebruik van deze techniek, maar gaandeweg laat hij de twee koren versmelten tot één, wat leidt tot een feestelijk en indrukwekkend zevenstemmig stemmenweefsel aan het slot.

Philips – Cantabant Sancti | Peter Philips behoorde samen met William Byrd tot de meest vooraanstaande componisten van de contra-reformatie. Maar in tegenstelling tot zijn beroemde tijdgenoot verbleef Philips een groot deel van z’n werkzame leven op het continent. In Rome maakte hij kennis met met o.a. Anerio en waarschijnlijk ook Palestrina, van wie hij ook muziek opnam in z’n eigen uitgaven. De vijfstemmige Cantiones Sacrae, met daarin onder andere het Cantabant Sancti, werden in 1612 uitgegeven in Antwerpen, waar Philips op dat moment werkzaam was. De bundel bevatte werken die in de twintig jaar daaraan voorafgaand waren gecomponeerd. Het Cantabant Sancti is een contrapuntisch hoogstandje waarin hij op Josquin-achtige wijze de illusie van dubbelkorigheid creëert. Het motet is bedoeld voor de metten van het feest van de onnozele kinderen.

Pearsall – Tu Es Petrus | Het motet Tu es Petrus van de Engelse componist Pearsall is een contrafact verzorgd door de componist zelf. De oorspronkelijke compositie die hij hiervoor gebruikte is het beroemde Lay a garland dat hij in 1840 componeerde. In 1854 voorzag Pearsall zijn compositie van de nieuwe tekst en paste waar nodig de muziek aan. Het werk weerspiegelt in z’n opbouw Pearsalls grote interesse in muziek uit de renaissance. Daarnaast doet het in de behandeling van de dissonanten en de steeds toenemende spanning sterk denken aan Lotti’s eveneens achtstemmige Crucifixus.

Stanford – Ye Holy Angels Bright | Vlak voor het uitbreken van de eerste wereldoorlog componeerde Stanford zijn Three English Motets, Op.135. De eerste van deze drie, Ye holy angels bright, heeft de vorm van een set koraalvariaties, gebaseerd op de melodie die Darwall oorspronkelijk bij deze tekst componeerde. Het werk lijkt enigszins geïnspireerd te zijn door Brahms, bij wie we in zijn motetten vergelijkbare contrapuntische en cantus firmus technieken vinden. Stanfords behandeling van de melodie, toenemend van vier tot achtstemmig, is zowel technisch als muzikaal overtuigend. De pers was dan ook lyrisch na de eerste uitvoering in 1913 tijdens het Gloucester Festival. The Musical Times schreef dat het werk “brilliantly exhibited the contrapuntal facility of the composer”, terwijl andere kranten termen als “ingenious” en “masterly” gebruikten.

Poulenc – Quatre Petites Prières De Saint François d’Assise | In de zomer van 1948 stuurde Poulencs achterneef Jérôme, die als monnik leefde in het Fransicanerklooster Champfleury leefde, de Franse vertaling van vier aan Fransiscus van Asissi toegeschreven gebeden toe, met het verzoek om deze te toonzetten voor een familielid. Poulenc voorzag te teksten binnen een paar weken van muziek en droeg het werk op aan de monniken van Champfleury. Poulenc zei over deze compositie het volgende: “ik vereer de heilige Fransiscus, maar hij maakt mij ook een beetje timide. In ieder geval heb ik getracht met de toonzetting van deze zo wonderlijk aangrijpende gebeden een voorbeeld van nederigheid geven.

Harris – Faire Is The Heav’n & Bring Us, O Lord | In 1925 componeerde Harris, of Doc H. zoals hij werd genoemd door de koristen, Faire is the Heav’n. Hij droeg het op aan zijn voorganger Sir Hugh Allen. In dit dubbelkorige werk volgt Harris de tekst van Spenser muzikaal op de voet. In de tekst neemt de schoonheid van de schepselen toe naarmate ze dichter bij God zijn en per beschrijving verandert Harris van toonsoort om hiermee deze “hiërarchie” te onderstrepen, om pas aan het eind terug te keren naar het hemelse Des-groot, het begin en eindpunt van de compositie.

Ondanks dat Harris’ motet Bring us, o Lord zo’n dertig jaar ná Faire is the Heaven is gecomponeerd, kunnen we het toch zien als een vervolg op deze compositie. Ook hierin neemt Harris ons mee op een reis door de toonsoorten om uiteindelijk na opeenvolgende amens te eindigen in dezelfde hemelse toonsoort. Alastair Sampsom was als korist aanwezig op de avond dat het stuk voor het eerst werd gezongen. Hij vertelt: naar het eind toe vertraagde hij (Harris) het tempo (iets dat hij nooit zou doen tijdens een uitvoering) om het testen welk effect het slot van het stuk op ons zou hebben. Verwonderd snakten we naar adem en hij wist dat hij zijn doel ten volle had bereikt.